Verkiezingen
Stem desnoods blanco
De opkomst van de verkiezingen voor de gemeenteraad op 19 maart en het Europees parlement op 22 mei lijkt op een historisch dieptepunt uit te komen. De interesse in deze verkiezingen is al jaren dalende. Analisten houden het vaak op de ontevredenheid van burgers met (de onmacht van) bestuurders. Dat kan wel zo zijn, maar door niet te stemmen zorgen de niet-stemmers er juist voor dat er zeker niets gaat veranderen. Hier is waarom stemmen altijd loont. Blanco desnoods.
De meest gehoorde reden om niet te stemmen is dat een stem toch niets verandert aan de status quo. Inderdaad, één stem is als een druppel in de oceaan. Dit geldt echter net zo goed voor mensen die wel stemmen. Het is nu eenmaal het beginsel van een democratie: doordat elke stem relatief weinig invloed heeft, wordt de mening van ieder individu juist gerespecteerd. Door niet te stemmen stelt een kiezer feitelijk geen heil te zien in de huidige vorm van overheidsbestuur. Het opkomstpercentage is dan als de uitslag van een referendum voor of tegen de democratie.
Een ander veelvuldig gehoord argument is dat een kiezer of niet weet op wie te stemmen of geen oordeel heeft over welk programma het beste is voor het gebied waarvoor de stem geldt. In het geval van de gemeentelijke of provinciale verkiezingen valt dit nog wel te begrijpen; de wereld is groter geworden en de belangrijke beslissingen worden vaak niet op dat niveau genomen. Europa daarentegen heeft juist aan invloed gewonnen, maar kent evenmin een sterke betrokkenheid. Toch is het beter om ook in die gevallen te gaan stemmen.
Een blanco-stem is geen zinloze stem. Het is de formalisering van onvrede met of desinteresse voor wat u op de kieslijst aantreft. U laat weten dat u wilt dat uw mening er toe doet, maar dat u tegelijkertijd of in het huidige bestel de antwoorden niet kunt vinden of dat u geen duidelijke mening heeft over de toekomst van de regio waarvoor de verkiezingen plaatsvinden. U zult misschien zeggen: een blanco stem telt niet mee bij de verdeling van de zetels. Klopt. Maar de bestuurders zullen weten dat een deel van de kiezers hen, actief, niet steunt. Dit gebrek aan legitimiteit dwingt tot zelfonderzoek en zet aan tot verandering.
Bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen lag de opkomst in de Limburgse gemeenten rond de 54%. Het percentage blanco-stemmers bedroeg 0,27%. Tijdens de laatste verkiezingen voor de Tweede Kamer bedroeg de opkomst in Limburg bijna 71%. Dat is een verschil van 17%. Als die 17% de moeite zouden nemen om blanco te stemmen bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen, dan zouden ze daarmee gemiddeld de op twee na grootste ‘partij’ in de Limburgse gemeenten worden. Als we er vanuit gaan dat toch minimaal 90% van de kiezers in staat moet zijn om een stembureau te bezoeken, dan zou de groep blanco-stemmers de grootste partij aan kiezers vormen.
Het verschil tussen niet-stemmen en blanco-stemmen lijkt verwaarloosbaar, maar is dat niet. Blanco-stemmers zijn mensen die willen meebeslissen over waar een samenleving met hen heengaat, terwijl niet-stemmers hun lot in handen van anderen geven. Blanco-stemmers dragen bij aan de kwaliteit van het openbaar bestuur, terwijl niet-stemmers zichzelf hoogstens het recht op klagen ontnemen.