Economie

Nog lang niet uitgewerkt

Oudere werknemers met alleen een middelbare schoolopleiding lopen het risico permanent aan de kant komen te staan als we ermee omgaan zoals we dat nu doen.
6 augustus 2013 | Dagblad de Limburger / Limburgs Dagblad

Al drie maanden schrijft Wiel van Wittem wekelijks in deze krant over het leven na zijn ontslag. Wiel is niet de enige die op ‘jonge’ leeftijd, terwijl gezond en gemotiveerd, eigenlijk al arbeidsongeschikt is geworden. Dat Wiel en de zijnen opeens de aansluiting zijn kwijtgeraakt, valt nog wel te beredeneren. Dat we daarmee zomaar een deel van het arbeidspotentieel in de samenleving verloren laten gaan, terwijl we met zijn allen de kosten hiervan dragen, is moeilijker te volgen.

Oudere werknemers met alleen een middelbare schoolopleiding hebben de pech dat, toen zij jong waren, het minder gebruikelijk was om een vervolgopleiding te gaan doen (het aanbod was dan ook beperkter). Vaak zijn ze ergens onderaan begonnen en door hun ervaring mee omhoog gegroeid. De jongeren van tegenwoordig stappen door hun opleiding eerder op een specifieke plek in een organisatie in, waardoor ze bij tegenslag op een degelijkere basis kunnen terugvallen.

Zeker de ouderen die ondertussen weinig of niet aan ‘officiële’ bijscholing hebben gedaan, zullen naarmate ze ouder worden relatief aan waarde verliezen. Hoe dichter ze richting hun pensioen gaan, des te lastiger wordt het voor een bedrijf om alsnog te investeren in opleidingen en een loopbaan. Tel daarbij op dat loonsverlagingen vaak lastig zijn en dat ouderen recht hebben op extra regelingen, en het probleem wordt alleen maar evidenter.

Feitelijk zit een goed opgeleide dertiger dan op eenzelfde niveau als een doorgewinterde vijftiger. Een jongere is op die leeftijd nog kneedbaar, gretig en kan nog vele jaren mee. Voor een organisatie zal het dan ook niet zo snel zinvol zijn om toch die vijftiger in te passen. In een baan op niveau zijn er jongeren die het net zo goed of goedkoper kunnen. Onder het niveau leidt hun overwicht gemakkelijk tot conflict. Bovendien is er het risico dat ze uitgeblust raken of weer vertrekken.

Nu dat bedrijven kunnen selecteren uit een uitdijende groep van werklozen, vallen zij die het minst aansluiten als eerste af. We kunnen dit voor lief nemen en structureel werklozen afkopen met een uitkering en ze langzaam hun bezittingen laten opeten. Ook kunnen we voorgaande omdraaien: betreffende ouderen langer laten doorwerken om zo een investeringshorizon te creëren en ze alsnog opleidingen laten volgen.

Waarschijnlijk is een verfijndere aanpak beter. In de huidige samenleving is iedere werkloze met alleen een middelbare schooldiploma een risicogeval. Voor een zestigjarige is het probleem minder acuut dan voor een veertigjarige. Beter zou het zijn om per leeftijdscategorie een plan van aanpak te hebben. De jongsten zouden als onderdeel van een uitkering een opleiding moeten volgen. Dit is de opleiding die jongeren standaard doen; de kosten hiervan kunnen dan ook op eenzelfde manier gesubsidieerd worden.

Naarmate met de leeftijd een opleiding niet meer gaat renderen, zouden we mensen in een pool kunnen opnemen, bijvoorbeeld bij een hiervoor opgericht (publiek) bedrijf, waar mensen op tijdelijke of parttime basis worden uitgeleend. Een deel van het inkomen zal bestaan uit loon en een deel uit uitkering. Door deze subsidie kan er beter op prijs geconcurreerd worden en de constructie zelf maakt het voor werkgevers laagdrempelig. Een samenleving zal uiteindelijk meer verdienen aan een werkende dan aan een werkloze.

Dit artikel verscheen bij Dagblad de Limburger / Limburgs Dagblad op 6 augustus 2013.