Limburg, Openbaar bestuur

Meer gemeentelijk dualisme

De zaak rond de politicus Van Rey toont dat koningschappen binnen gemeentes moeten worden ingeperkt met meer dualisme en maximale termijnen.
17 juli 2016

Barbertje moest dus toch hangen, zij het niet zoals het Openbaar Ministerie voor ogen had. De veroordeling van Jos van Rey voor ambtelijke corruptie, schending van de geheimhoudingsplicht en gerommel met volmachten blijkt niets te hebben veranderd aan de polariserende status quo. Van Rey als groots Roermondenaar voor de één tot politiek schuinsmarcheerder voor de ander. Nu dat de rechter het juridische kader heeft vastgesteld, blijft de vraag wat we daar nu mee moeten.

Rechtsstaat

Of het OM het nu wel of niet bij het rechte eind had, de manier waarop Van Rey zich afzette tegen dat OM past niet bij het gedrag dat we van een (voormalig) wethouder, Kamerlid en actief Statenlid zouden mogen verwachten. Door te insinueren dat het OM op zijn hoofd uit zou zijn wordt de indruk gewekt van een heksenjacht, terwijl we van Van Rey hadden mogen verwachten dat hij enige voorzichtigheid zou betrachten daar waar het om onze rechtsstaat gaat.

Het gedrag past wel bij het beeld, of de karikatuur, van een Van Rey die als koning over Roermond regeerde. Door eigen lijfsbehoud gedreven is zo tijdens het proces het electoraat bespeeld geworden, dat inmiddels niet meer zonder (het beeld van) hem als weldoener kan. Het is met dit soort machtspolitiek dat de kloof tussen ‘zij’ en ‘wij’ nog groter wordt, met als risico dat een veroordeling van Van Rey hoogstens toont dat het systeem verrot is en niet de man die terechtstond.

Ons-kent-ons-cultuur

Dat het zo uit de hand kon gelopen ligt echter ook aan de manier waarop het bestuur in gemeenten in de praktijk werkt. Besluiten staan daar niet alleen veel minder op de radar bij landelijke of regionale media, maar tevens zorgt de lokale ons-kent-ons-cultuur ervoor dat cliëntelisme en vriendjespolitiek nooit ver weg zijn. Tel daar in het geval van Van Rey zijn dossierkennis en ervaring bij op en het is bijna vanzelfsprekend dat het college van B&W met de jaren naar één man gaat trekken en vervolgens de gemeenteraad overweldigd.

‘Koningen’ zijn echter niet uniek een Roermondse aangelegenheid, net zo min als de geconstateerde strafbare feiten dat zijn. Koningschappen mogen dan wel democratisch tot stand komen, ze geven eerder blijk van het tegenovergestelde. Doordat de interesse voor (verkiezingen voor) de gemeenteraden afneemt en juist die enkelingen jarenlang aan een netwerk en gevolg bouwen slaat dat de relatieve verhoudingen uit het lood. En als een koning eenmaal zit, dan blijkt zelfs een uitspraak van de rechter daar niet veel aan te veranderen.

Maximale termijn

Om koningschappen opnieuw te democratiseren zouden we moeten kijken naar het instellen van een maximale termijn waarbinnen iemand binnen de gemeente actief mag zijn. Als raadslid, maar ook als bestuurder. Zo zou een beperking van twee hele termijnen en het vaststellen van een minimaal en maximaal aantal jaren een optie kunnen zijn. Met voor wethouders een verplichte wisseling van portefeuilles na de eerste termijn. We zouden er nog verder mee kunnen gaan door strikt dualisme in te voeren, waarbij wethouders net als de burgemeester van buitenaf worden aangetrokken. Dat zou dan ook een einde maken aan het gemarchandeer met de rechtsstaat voor eigen gewin.