Europa
Meer Europa als redelijk alternatief
Sinds dat de problemen in Griekenland zijn begonnen, is het debat over Europa van kwaad tot erger gegaan. Het afschaffen van de euro behoort inmiddels tot de opties. We zouden er goed aan doen om nog eens te bekijken waarvoor Europa ook al weer dient. De discussies over gemeenschappelijke obligaties of een interne devaluering in de periferie zijn slechts trivialiteiten in de geest van het Europese project. Europa heeft niet alleen ons nodig, wij hebben Europa minstens zo hard nodig. We zouden beter bijdragen aan verdere harmonisatie, dan ons terugtrekken in nietigheid.
De interne markt en de Euro zijn de bindmiddelen waarmee soevereine staten zich politiek aan elkaar hebben gecommitteerd. Nu dat één van die twee onder druk staat, wordt vanzelf de discussie over soevereiniteit weer actueel en daarmee het wezenlijke probleem aangeraakt: Europa is een collectief van volkeren met verschillende gewoonten en gebruiken. Inmiddels hebben handel en internationale uitwisselingen bijgedragen aan een verkleining van deze verschillen. Ook heeft de globale trend van verwestering geholpen.
Toch zijn er regionale verschillen gebleven. Duitsers zien in discipline en orde belangrijke waarden en kunnen zich moeilijk inleven in de ‘chaotischere’, zuidelijke geest. Zo durven Spanjaarden meer op hun improvisatievermogen te vertrouwen dan noorderlingen en is het in Griekenland algemeen aanvaard om minder belasting te betalen dan voorgeschreven. Maar goed, ook de Chinezen en Amerikanen staan niet bekend om hun ‘losse’ levenshouding. Het zijn die twee grootmachten die uiteindelijk het spel bepalen dat Europa moet spelen. En de Duitse moraal sluit eenmaal beter aan in deze globaliserende wereld.
Voor de zuid-Europeanen betekent dit dat ze zich moeten aanpassen willen ze in de wereld blijven meedoen. De noodzaak voor fundamentele maatschappelijke veranderingen wordt echter nogal licht opgevat door het noordelijke deel. Daar wordt Europa alleen nog in monetaire termen uitgedrukt. Het zijn de financiële zondaars die ter verantwoording worden geroepen. In de Zuid-Europese vertaling betekent dit iets anders. Er wordt een manier van leven ter discussie gesteld, die vervolgens met leningen hardhandig wordt omgevormd. Conflict en desintegratie sluimeren.
Europa kan de 27 relatief kleine lidstaten mee laten doen in een uitdijende wereld. Er wonen 500 miljoen mensen in de EU27, waarmee Europa politiek meedoet binnen de VN, de G20 en andere fora. Het zou militair minder afhankelijk moeten worden van de VS, dat zijn prioriteiten steeds verder oostwaarts ziet verschuiven. Europeanen kunnen militair tegenwicht bieden aan Rusland of fundamentalistische staten in het Midden-Oosten. Een goed georganiseerde Europese economie kan door schaalvergroting buiten de EU concurreren.
De noordelijke landen hebben zelf bijgedragen aan de huidige onbalans. Om te beginnen zijn de economische toelatingscriteria destijds door een politieke bril bekeken. Vervolgens is iedere lidstaat eigen beleid gaan maken. Na tien jaar heeft de sterkste, Duitsland, gewonnen. Na een valse start en gebrek aan teamgeest is de eurozone daarmee bijna uit elkaar getrokken. Ook Nederland mag zich dit aantrekken. Het is er vanuit gegaan dat deze benadering de juiste was. En daar betalen we nu voor, misschien zelfs met onze triple A rating.
Toch kunnen we dit ook als een investering zien. Nederland zou in Europa breder moeten onderhandelen. Uiteindelijk zal er geld richting andere lidstaten vloeien. De rijke gebieden subsidiëren de arme. Dat gaat ook in Nederland zo. Als tegenprestatie voor nieuwe steun, kan Nederland een leidende rol nemen bij het inrichten van de rest van Europa. In plaats van te eisen dat de periferie competitief wordt, en daarmee misschien een bedreiging voor de eigen industrie, zou het er goed aan doen om te helpen de regio’s in te richten. We hebben niets aan een kopie van de Rotterdamse haven in Bilbao of Bordeaux. We hebben wel iets aan zonne-energie uit Zuid-Spanje.
Wanneer we ervoor zorgen dat iedere regio zijn specialiteit ontwikkelt, zullen er hoogwaardige centra ontstaan. Universiteiten en scholen zullen een internationaal gerespecteerd niveau bereiken. Bedrijven uit het noorden kunnen investeren in een regio die steeds meer waard wordt. Hierdoor ontstaat er op termijn een financiële stroom noordwaarts. De regio’s complementeren elkaar en zijn in competitie met de rest van de wereld. Tegelijkertijd zal de invloed van het noorden verder bijdragen aan de culturele aanpassing die we eisen. Alleen geven we daar dan perspectief voor terug.
De Nederlandse deelname in Europa is niet vrijwillig. Nadat we decennia hebben geprofiteerd van de globaliserende golf die over de wereld bewoog, zijn we nu op Europa aangewezen om in die grote wereld te blijven meedraaien. Het huidige sentiment, waarin nostalgie en eigenbelang de boventoon voeren, heeft geen toekomst. Europa dient niet meer waar het vroeger voor diende, te weten interne vreedzame co-existentie, maar dient nu een extern doel: zelfbehoud. Wij zullen daar iets voor terug moeten doen, namelijk constructief meewerken om Zuid-Europa te ontwikkelen. Nederlanders weten dat kosten voor de baat uitgaan. Wat krijgen we terug als we opnieuw investeren in Europa?