Maastricht Aachen Airport
Luik is niet ver weg
Morgen zullen de Provinciale Staten praten over het reddingsplan dat Maastricht Aachen Airport overeind moet houden. Voor de lange termijn worden plannen geopperd die verder gaan dan de al gemelde jaarlijkse 4,5 miljoen Euro kostende subsidie voor brandweer, douane en bewaking. Zo wordt voorgesteld om de gebouwen en landingsbaan te ‘nationaliseren’ of om de luchthaven te sluiten. Eigenlijk zijn beide voorstellen even slecht.
Met sluiting gaat een deel van de door de staat en provincie toegekende investeringssubsidie van ruim 48 miljoen Euro verloren. Bij nationalisatie komen de kosten en risico’s weer voor rekening van iedereen. Dat zou nog te dragen zijn als de tekorten van de luchthaven eenmalig zouden zijn, MAA kent echter structurele problemen met de exploitatie. Inmiddels is gebleken dat zelfs een gespecialiseerde eigenaar er commercieel niet uitkomt.
Cyclische sector
De luchtvaart is een cyclische sector, die vaak kampt met overcapaciteit. Dit drukt de winsten in gunstige jaren en maakt verliezen in slechte jaren extra zwaar. De Limburgse luchthaven heeft daarbij een te kleine afzetmarkt. Bij het passagiersvervoer wordt de markt beperkt door concurrentie van omliggende luchthavens. Bovendien knijpen low cost carriers de marges en zijn ze niet honkvast gebleken.
Op het gebied van vrachtvervoer is de luchthaven afhankelijk van één grote en twee kleinere luchtvaartmaatschappijen, waardoor een tegenvaller bij één meteen tot existentiële problemen leidt. Bovendien leveren deze maatschappijen veelal aan leveranciers buiten de regio. In die zin is het vervoer van vracht van weinig strategisch belang voor de regio anders dan de arbeidsplaatsen die het oplevert.
Euregio
Als we vanuit Euregionaal perspectief kijken is het opmerkelijk dat wordt geprobeerd om MAA nog overeind te houden. Op een half uur rijden staat in Luik staat de luchthaven die Limburg probeert te ontwikkelen. Met zijn twee landingsbanen, nachtelijke openstelling en moderne passagiersterminal is niet alleen de infrastructuur aanwezig, maar ook de capaciteit om de activiteiten van MAA over te nemen. Het zou niet ondenkbaar moeten zijn om bedrijven en werknemers naar daar te verplaatsen.
Aangezien de overheid de luchthaven als niet-essentieel voor de Nederlandse luchtvaart heeft aangemerkt, hoeft bij nationalisering in ieder geval uit die hoek ook geen steun te worden verwacht. Ook zal de Europese Commissie kritisch meekijken en geen concurrentievervalsing toestaan. Verder rijst de vraag of dat de resterende activiteiten überhaupt zinvol geëxploiteerd kunnen worden en of een eigenaar op termijn kan werken binnen de investeringskaders.
Niches
MAA kan alleen overleven als het zich duidelijk onderscheidt van andere luchthavens. Het zal één of twee niches moeten creëren met bijbehorende industrieën, zoals beoogd met de maintenance boulevard. Dit betekent dat het huidige model moet worden losgelaten. Passagiers kunnen vanuit omliggende luchthavens worden bediend en vrijkomende investeringen elders worden aangewend. Het vrachtvervoer zou uiteindelijk een kleiner deel van de activiteiten moeten beslaan.
De provincie kan de luchthaven niet redden door de pijn weg te subsidiëren. Ze zal de luchthaven opnieuw moeten uitvinden door bedrijven, personeel en scholen samen te brengen en een markt aan te boren. Potentiële exploitanten staan in de huidige kapitaalschaarse markt niet in de rij voor een luchthaven die niet meekan en waar ze weinig controle over hebben. Mochten de inspanningen uiteindelijk niets opleveren, dan is Luik in ieder geval niet ver weg.